Use the buttons to browse through the AA articles archive or to find out more about the newspaper and distribution.
12/5/2025 / Issue #060 / Text: Merlijn Twaalfhoven

Wordt Amsterdam 850 jaar?

Als onze kleinkinderen vieren dat Amsterdam 850 jaar bestaat, hoe ligt de stad er dan bij? Zullen ze dan spreken over dat moment in de geschiedenis dat de stad ten onder dreigde te gaan? Over de grote krachten die een aanval uitvoerden op de gebouwen die al eeuwenlang stonden en op de mensen die van generatie op generatie zorgden voor de stad, en ook een beetje voor elkaar. En over hoe onafwendbaar deze krachten leken?

“Ze waren goed georganiseerd en gebruikten geavanceerde wapens waarmee ze onze gebruikelijke verdediging wisten te omzeilen. En ze hadden handlangers. Onder Amsterdammers waren mensen die zich hadden laten inpalmen - zij kregen rijkdom op korte termijn, maar waren medeplichtig aan de aanval die, soms jaren later, met ongekende kracht op de stad afkwam. De chaos had geen gezicht. Daarom was het verweer traag en aanvankelijk klein. Toen door droogte de waterstanden zakten en palen onder oude huizen gingen rotten, was er niemand om de rekening te betalen. En daarna kwam de vloed. Het Amstelwater vermengde zich met riolering, chemicaliën en afval. Alles stonk. Er was maar 20 centimeter zeestijging nodig geweest. Hiermee werd het hele land onder druk gezet. Rivieren stroomden niet meer naar de zee maar alle kelders in. Zo kwam de klimaatnood van alle kanten de stad binnen.”

Zullen ze spreken van dat moment dat er echt verzet kwam? Was het nodig de Nachtwacht te evacueren voordat we zijn gaan strijden voor de stad? Of was de chaos te groot, de gezaaide onenigheid onoverbrugbaar en waren alle valse tegenstellingen tussen mensen zo opgeklopt en opgehitst dat de samenleving al was bezweken voordat de gebouwen dat deden?

Het 850 jarig bestaan van Amsterdam is helemaal niet zo ver weg. Als je zo’n clubje kindjes ziet, in de bakfiets of bij het kinderdagverblijf, dan zie je mensen die er wellicht zelf bij gaan zijn. Zij zullen terugkijken op een eeuw waarin er veel op het spel kwam te staan. En terugkijken op de gemiste kansen en mislukte plannen van een vorige generatie is niet leuk. Het is frustrerend als je de tijd zou willen terugdraaien maar dat niet kunt.

Het is daarom aan ons om ons nu te organiseren als hun voorouders. Het is aan ons om in het verzet te gaan tegen een systeem waarin economische belangen en korte termijn denken overheersen en ongestoord de klimaatopwarming en de chaos die dat met zich meebrengt aanjagen.

Verzet? Het lijkt ver weg… De nood voelen we nog niet. En wat ons bedreigt is abstract, onzichtbaar en complex. Daar komt bij dat we het op zich goed hebben, tamelijk comfortabel ons leven leiden en er tal van vreselijke dingen spelen die ons al veel zorgen kosten.

Om toch in verzet te komen zijn twee dingen nodig: ten eerste het gevoel dat de situatie waarin we nu verkeren echt geen perspectief meer geeft. En ten tweede een beeld van wat wél mogelijk is, een alternatief waar we naar kunnen streven, waar we voor kunnen vechten.

Onze maakkracht zit in ons vermogen om ons een beeld te vormen van iets dat er nog niet is, of iets dat afwijkt van de norm.

Over dat eerste wil ik kort zijn. Hoe de economie nu werkt, is onhoudbaar. Het is gebaseerd op ongelimiteerde groei waardoor er telkens maar meer grondstoffen, energie en arbeid nodig zijn, ten dienste van een vermogende groep superrijken, aandeelhouders en beleggers. Gemeenschap, collectief bezit en gedeelde rijkdom worden leeggehaald, de werkdruk loopt op, arbeiders in verre landen worden uitgebuit, lucht en bodem raken vergiftigd. Het is zoveel dat niet klopt, dat je de weg kwijtraakt in het woud van onrecht, zelfzucht en wanbeleid.

Hierover kun je elders veel lezen. Daarom wil ik het over dat andere hebben, over het verlangen naar een alternatief. Dat is namelijk lastig. Want hoe kun je naar iets verlangen dat je niet kent? 

Als een kind opgroeit, ziet het rolmodellen om zich heen. Dat is belangrijk, want je krijgt zo een gevoel voor wat je kunt zijn, waar je naar kunt streven. Wat we hopen, wat we voorspellen en ons voorstellen doet er toe. Het is een vorm van schepping. Onze maakkracht zit in ons vermogen om ons een beeld te vormen van iets dat er nog niet is, of iets dat afwijkt van de norm. Zo kiezen we een pad in het leven. Zou je ook als samenleving of als stad een rolmodel kunnen vinden? Of laten we ons de toekomst inrommelen zonder idee van wat er mogelijk is?

Op zich zijn de oplossingen voor de grote problemen van onze tijd er al. We hebben goede alternatieven voor bijvoorbeeld het energiesysteem, de bouw en de landbouw die passen in een duurzame wereld. En we weten dat het niet alleen schadelijk, maar ook veel te duur is om radicale klimaatmaatregelen uit te stellen, de ongelijkheid verder uit de hand te laten lopen en de democratie verder uit te hollen. Het is duidelijk, maar we voelen het niet. We ervaren nu niet de crisis van onze kleinkinderen die worden geconfronteerd met de enorme kosten van zeespiegelstijging, van droogte en wereldwijde voedselschaarste en de migratiestromen die dat op gang brengt. We ontkennen de onzekerheid die er is rondom werk, inkomen en wonen. En we zijn niet voorbereid op de emotionele grilligheid en terechte woede van groepen burgers die aan het kortste eind trekken in een tijd van verandering. Met andere woorden: we houden vast aan een rationeel wereldbeeld vol welvaart. Een idee van normaalheid van de huidige tijd.

We zullen deze normaalheid, dit rolmodel van welvaart moeten doorprikken. Dat kan alleen als we ruimte maken voor radicale verbeelding. Stel de vraag: wat is een goed leven? En bedenk hoe absurd het is dat we niet in staat lijken, ondanks alle rijkdom en technologie, om werkelijk als gemeenschap, als mens op aarde een goed leven te leiden. En stel je voor hoe de samenleving eruit zou zien als jij haar mocht ontwerpen. Wat komt er boven? Hoe zou het voelen, ruiken en proeven? Vervolgens kun je kijken of er niet nu al kleine stukjes of snippers bestaan van die wereld. Waar kun je daadwerkelijk ervaren hoe het niet-kapitalisme eruit ziet? Of op welke plekken kun je wonen in een groene omgeving? Hoe voelt het als kinderen buiten kunnen spelen zonder door verkeer te worden overreden? Er zijn plekken waar dit kan, eilandjes waar de toekomst al begonnen is. Hier kun je gaan voelen wat je mist. En als je hier anderen in mee kunt nemen, als er een gedeeld gemis ontstaat, kan het verlangen naar een andere wereld groeien.

Zou ik ooit mijn kleindochter kunnen vertellen dat het verzet begon met twijfel aan de normaalheid van het leven? Dat wat ooit vanzelfsprekend was, ging voelen als vreemd en extreem? Alle auto’s op de weg. Al het asfalt, de stenen wereld van de stad. De kale, levenloze graslanden daarbuiten. De efficiëntie, de snelheid. Het vele geld dat we uitgaven aan al die spullen in immense containerschepen. En al die dieren die in hokken lijden. Kan ik haar vertellen dat we het niet langer verdroegen, en andere vragen gingen stellen? Wat heeft echt waarde? Waarvoor kunnen we zorg dragen? Wat kunnen we een volgende generatie beloven?

Het verzet ontstond toen we voelden dat er een alternatief is. Een alternatief voor de gebroken relatie met de natuur, de vervreemding tussen groepen mensen in dezelfde buurt, het verloren contact tussen generaties, de vluchtigheid van ons vermaak. En het verzet werd onhoudbaar toen we zagen dat elk van ons een rol heeft. 

Dit is onze tijd. Het is aan ons om onze personages inhoud te geven en een rol van betekenis te spelen. 

De wereld is ons podium! Daar staan wij, want wij leven nu! Talloze generaties kwamen voor ons. Maar nu zijn wij aan zet, op dat kleine moment in de tijd dat we actief meedoen, meebouwen aan het fascinerende spel van samenleven. De jaren dat wij zorgen voor Amsterdam, het hoofdstuk dat wij meeschrijven aan het verhaal van ons, mensen. Dit is onze tijd. Het is aan ons om onze personages inhoud te geven en een rol van betekenis te spelen. 

En, als ons podium de wereld is, wie zitten er in de zaal? Dat zijn toekomstige generaties. Die kijken toe, vanuit 2125, naar wat wij nu doen. Ze zien de vreselijke rommel van de situatie waarin we ons bevinden. Klimaatverandering stelt ons voor een ongekende taak. De samenhang in de samenleving valt uiteen. En ze kijken naar ons, vol verwachting. Laten we hen niet teleur stellen.