Use the buttons to browse through the AA articles archive or to find out more about the newspaper and distribution.
1/11/2024 / Issue #057 / Text: David Hollanders

Waarom de universiteit van Amsterdam het demonstratierecht ondermijnt

Op 6 mei 2024 demonstreerden studenten tegen de samenwerking van de Universiteit van Amsterdam met universiteiten die medeplichtig zijn aan (zo men wil: aannemelijke) genocide. Aan het begin van de avond werden de vreedzame studenten aangevallen door een extreemrechtse knokploeg. De aanwezige politie greep niet in. Wel deed het College van Bestuur aangifte - echter tegen de studenten - niet tegen de provocateurs. Vervolgens overviel de politie de studenten midden in de nacht. 

Op 6-7 mei ondermijnde de Universiteit van Amsterdam (UvA) het demonstratierecht. Met publicatie van door de Telegraaf opgevraagde WOB-documenten, is bovendien duidelijk geworden dat de Universiteit van Amsterdam (UvA): bereid is de randen van de waarheid op te zoeken om de studentenbeweging te discrediteren, coördineert met de politie en OM, en zich informeren laat door de quasi-geheime dienst NCTV. Maar eerst meer over 6-8 mei, de repressiefste dagen in de geschiedenis van de UvA. Waarom en hoe ondermijnde de UvA het demonstratierecht?

Het College van Bestuur (CvB) verbiedt sinds de bevrijding / bezetting van het Maagdenhuis in 2015 demonstraties in universiteitsgebouwen tussen 22:00-08:00 uur. Het is, kortom, onder geen beding toegestaan om te overnachten. Het CvB verwijst daarbij naar huisregels. Hoewel die huisregels op gespannen voet staan met het Europees Verdrag voor de Rechten voor de Mens - dat een categorisch verbod op bepaalde plaatsen en tijden voor een demonstratie verwerpt - heeft het CvB hiermee toch iets in handen. In elk geval kan de UvA duidelijkheid niet ontzegd worden. Iedereen op de UvA weet dat na 22:00 uur de politie verschijnt.

Op maandag 6 mei zetten studenten op een grasveld tenten op. Het CvB kon niet geloofwaardig wijzen op het overnachtingsverbod. De open lucht is immers geen UvA-gebouw. Bovendien is het grasveld openbaar terrein. En de demonstratie was ook nog vreedzaam. Het CvB wilde de demonstratie evenwel stuiten. Het dilemma werd beslecht door een knokploeg die de demonstranten aanviel. De aanwezige politie greep niet in, arresteerde niemand. Wel was er een aanleiding om aangifte te doen. Het CvB deed althans later die avond aangifte van erfvredebreuk, of zoals het zelf in antwoorden op vragen van de ondernemingsraad stelde, het deed aangifte “van een onveilige situatie”. Meer had de politie niet nodig om diezelfde nacht nog studenten in hun slaap te overvallen, te maltraiteren en te arresteren. Op woensdag 8 mei werd een tweede bezetting nog gewelddadiger ontruimd. Er werden agenten in burger ingezet die steevast een vrijbrief blijken te hebben om te mishandelen. Dat was niet eens nodig, want agenten in uniform sloegen bovenhands op hoofden. Het Openbaar Ministerie (OM) eiste vervolgens onvoorwaardelijke gevangenisstraffen tegen studenten, met als ‘bewijsmateriaal’ anonieme beschuldigingen van agenten - door het OM proces-verbalen genoemd - soms nog wel aangevuld met camerabeelden waarop studenten met waterpistolen ‘schoten’. Het zou grappig zijn als het niet zo sinister was.

Er werden agenten in burger ingezet die steevast een vrijbrief blijken te hebben om te mishandelen

Terug naar de UvA; het CvB wijst verantwoordelijkheid voor politie-ingrijpen - plaatsvindend als gevolg van de aangifte - van de hand. Het antwoordde de ondernemingsraad te dien aanzien: “Het is niet aan het college van bestuur om te oordelen over het optreden van de politie; de politie maakt een eigen afweging over de manier waarop zij de veiligheid borgt.” Het CvB stelt daarbij ook niet alle informatie te hebben: “Wij weten niet of er agenten in burger zijn ingezet; dergelijke informatie deelt de politie niet met ons.” Deze agnostische houding is niet plausibeler geworden na het vrijgeven van de WOB-documenten. 
Daaruit  blijkt intensief contact tussen het CvB en het Amsterdamse college van B&W. Er wordt nauwgezet gecoördineerd. Op 8 mei bericht de burgemeester: “Ontruimingen starten niet voor 2 uur.” Nog vóórdat overleg met studenten plaatsgevonden heeft, reageert een bestuurslid: “De studenten kunnen pas om 10 uur met ons praten. Dus dat past goed.” Als er definitief besloten is te ontruimen, bericht de burgemeester: “we hebben afgesproken dat de aangifte zo breed mogelijk wordt; - met communicatie over de aangifte wordt gewacht tot wij klaar staan om te ontruimen en dan gaan we samen naar buiten. […] UvA is op de hoogte van de fasering van ontruiming.” Er blijkt ook overlegd te worden met het OM; een bestuurslid bericht althans op 8 mei: “Wij schrijven op wat de officier van justitie wil op dit punt.” Ook wethouders overleggen met de UvA. Op 13 mei adviseert wethouder Groot Wassink (GroenLinks): “Jullie moeten eerst vorderen (namens UVA) pas dan kan politie vorderen” 

Zorgelijkst is allicht dat het CvB contact blijkt te hebben met de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). Amnesty International stelde namelijk dat “bespioneerde de NCTV jarenlang activisten op sociale media met nepaccounts. Dat is in strijd met het recht op privacy. Ook vormde de NCTV een bedreiging voor de vrijheid van meningsuiting en het recht op demonstratie, omdat mensen zich minder vrij voelen wanneer zij in het geheim in de gaten kunnen worden gehouden.” Het is niet duidelijk waarover overlegd werd (en wellicht nog wordt), want notulen van de vergaderingen zijn niet openbaar. Men moet evenwel vrezen dat gepoogd wordt vreedzame demonstraties met terrorisme in verband te brengen. 

De UvA is in mei niet alleen passief deelnemer aan overleg, maar handelt - naast de aangifte - ook zelf actief. Daarbij toont een bestuurslid zich bereid creatief om te gaan met de waarheid. Op 11 mei berichtte het CvB bij persbericht de kosten van de demonstratie op €1,5 miljoen te ramen. Het bericht werd allerwegen overgenomen en was munitie voor iedereen die tegen linkse studenten is. Uit de WOB-documenten (b)lijkt inmiddels dat het CvB de kosten mogelijk onjuist heeft voorgesteld. Een bestuurslid vraagt op 10 mei in een app-bericht althans: “Kunnen we niet zeggen meer dan 1 miljoen? Nu gaat het getal dat [zwart gelakt] heeft gezegd (tonnen) rond.” De schatting werd inderdaad verhoogd naar meer dan een miljoen. Of de UvA daadwerkelijk onwaarheden in omloop heeft gebracht heeft, valt niet met zekerheid te stellen, want er is vooralsnog geen kostenspecificatie openbaar gemaakt. 

Tot slot de zaak zelf. Op 8 juni stelden Nederlandse universiteitsbestuurders in Trouw over banden met universiteiten die meehelpen genocide te plegen dat “zien wij geen reden om die banden te heroverwegen of te verbreken.” Nadat er in de UvA enige consternatie ontstond over het artikel, stelde het CvB dat niets definitief vaststond en het open gesprek met de academische gemeenschap gevoerd zou blijven worden over ‘samenwerking met derden’. Het artikel is evenwel nooit ingetrokken en de UvA vermijdt nog altijd het woord genocide. De woorden situatie, conflict en oorlog doen dienst als eufemismen voor wat onbenoemd moet blijven. 

Nederlandse universiteiten verbraken in 2022 ostentatief de banden met Rusland. Waarom de banden verbreken met een vijand van de NAVO en niet met een bondgenoot van de NAVO? Dat is natuurlijk een retorische vraag. Een universiteit is geen onafhankelijk instituut. Academische vrijheid houdt op waar raison d’état begint. Als het erop aankomt, hebben universiteiten de staat te volgen. Dat doen zij ook. Daar universiteiten zich evenwel uitgeven voor onafhankelijke instituten, kunnen zij daar niet openlijk voor uitkomen. Nu de Nederlandse staat al meer dan een jaar met wapenleveranties genocide steunt, moeten universiteiten zich in de ongeloofwaardigste bochten wringen. Eén van die bochten is dat de UvA niet simpelweg aangifte deed tegen een knokploeg die op het eigen terrein de eigen studenten aanviel. De UvA riep niet eens anderen op om aangifte te doen. Dat deed zij wel op dinsdag 7 mei. Toen riep zij omwonenden op om aangifte te doen tegen de demonstrerende studenten. 

De aangifte van het CvB tegen de studenten werd uiteindelijk geseponeerd. De aangifte had geen wettelijke basis naar het oordeel van een OM dat linkse studenten vervolgt vanwege het schieten met waterpistolen. De aangifte moet juridisch dus werkelijk kansloos zijn geweest. Het was politiek wel uitermate effectief. De studenten konden erdoor weggeslagen worden. De tenten konden vernield worden. Het aanzwellende gesprek over genocide kon ermee afgebogen worden naar een controleerbare dialoog over samenwerking. Met de aangifte op 6-7 mei ondermijnde de Universiteit het demonstratierecht. De universiteit deed dat als verlengstuk van de staat. Met een proto-fascistisch kabinet is dat een sinistere conclusie.