De overwinning van het klootjesvolk is niet onomkeerbaar
De legendarische Provo Robert Jasper Grootveld stond bekend om zijn creatieve omgang met taal. Eén van de woorden die hij vaak gebruikte (in negatieve zin) was ‘klootjesvolk.’ Volgens het WikiWoordenboek gaat het hierbij om een ‘niet al te kritisch deel van het gewone volk.’ Woorden.org houdt het erop dat het betrekking heeft op ‘mensen met weinig fantasie en geen interesse in politiek en kunst.’
De Duitsers kennen het woord ‘Spießbürger,’ dat zoiets betekent als ‘dat gedeelte van de bevolking dat behoort tot de sociale laag tussen de arbeidersklasse en de “grote” burgerij.’ Het heeft de connotatie van ‘bekrompen, niet in staat te willen of te kunnen veranderen.’ Welnu, mijn stelling is dat dit klootjesvolk onlangs met overweldigende meerderheid de Nederlandse parlementsverkiezingen heeft gewonnen.
Ja, ik weet het, we mogen niet neerbuigend doen over het ‘gewone volk’ en we moeten ons solidair verklaren met al die minder gefortuneerden die de afgelopen jaren het slachtoffer zijn geworden van het meedogenloze neoliberale beleid van de vier kabinetten-Rutte. Maar voordat we dat doen zou het goed zijn ons eens af te vragen uit welke mensen dat ‘gewone volk’ dan precies bestaat en wie werkelijk de zwaarste lasten van de privatiseringen en de bezuinigingswoede hebben moeten dragen. Het zou wel eens kunnen dat een aantal (impliciete) aannames daaromtrent allang niet meer helemaal kloppen.
Wie zich wel eens uit de ‘veilige’ omgeving van Amsterdam waagt en een uitstapje maakt naar het platteland, valt van de ene verbazing in de andere. Oppervlakkig gezien heeft Nederland er nog nooit zo fraai bij gelegen als nu. Als je even niet verder kijkt dan je neus lang is (en zo nu en dan die neus dichtknijpt als je te dicht in de buurt komt van een van de vele megastallen), zou je zo maar kunnen denken dat ons land inderdaad een van de prettigste landen ter wereld is om in te wonen – ‘een tof land,’ om met Mark Rutte te spreken. Maar volgens mij is dat grotendeels schijn. Nederland is eigenlijk één groot Potemkin-dorp (in de 18e eeuw gaf de Russische maarschalk Potemkin de opdracht om langs de route die tsarina Catharina de Grote zou afleggen tijdelijke façades op te trekken om haar de indruk te geven dat de situatie in het land beter was dan zij in werkelijkheid was).
Wat onder meer opvalt als je wat beter kijkt, is dat her en der de rijkdom er met scheppen bovenop ligt. En als je dan wat nader onderzoek verricht, blijkt vaak dat (een flink deel van) die rijkdom nog steeds rechtstreeks kan worden toegeschreven aan de plunderingen en moordpartijen uit ons roemruchte koloniale verleden. Een recent boek dat daar in onomwonden bewoordingen de vinger op legt, is De vloek van de nootmuskaat van de Amerikaans/Indiase schrijver Amitav Ghosh. Daarin wordt op overtuigende wijze aangetoond dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen het kolonialisme, het economische systeem dat kapitalisme is gaan heten en de verwoesting van onze planeet.
Eén van de (onderschatte) gevolgen van dit alles is het onverholen racisme waarmee onze maatschappij tot op de dag van vandaag doordrenkt is. Dit racisme maakt deel uit van iets wat de Palestijnse wetenschapper Edward Said het ‘cultureel archief’ heeft genoemd: het geheel aan ervaringen van een volk dat in het collectieve geheugen is gegrift en (vaak onbewust) leidend is voor denkwijzen en handelingen van leden van dat volk, soms zelfs nog eeuwen na dato. Wie een treffend beeld wil krijgen van die ‘ervaringen’ doet er goed aan een bezoek te brengen aan de bioscoop om de recente Nederlandse speelfilm Sweet Dreams te bekijken. Het verhaal van deze film speelt zich af in het Nederlands Indië van ongeveer een eeuw geleden en laat zien hoezeer de witte koloniale heersers zich destijds verheven voelden boven de inlandse bevolking.
Nederlanders van mijn generatie (ik ben 66), vooral diegenen die hun hele leven in een stad als Amsterdam gewoond hebben, hebben ten onrechte in de veronderstelling verkeerd dat dit racisme in ons land langzamerhand was verdwenen of aan het verdwijnen was. Niets is minder waar: in de provincie is het nog springlevend, getuige onder meer de aanvallen op Kick Out Zwarte Piet-betogers in onder meer Friesland (2017) en het Zuid-Hollandse De Lier (18 november 2023).
Het stak begin deze eeuw al even de kop op in de aanloop naar de parlementsverkiezingen van 2002, maar is twintig jaar lang – op genoemde geweldsincidenten na – onder de oppervlakte blijven borrelen, tot het zich bij de jongste verkiezingen weer in alle hevigheid heeft gemanifesteerd.
Is dit racisme nu een kenmerkende eigenschap van dat ‘klootjesvolk,’ of heeft het een nog bredere basis? Ik denk het laatste, want de aanhang van de PVV en aanverwante racistische partijen beperkt zich allang niet meer tot alleen maar de ‘provincie.’ Toch is het zo dat Amsterdam godzijdank vrij massaal anti-racistisch heeft gestemd. Is dat iets om verheugd over te zijn? Ja, maar wel met de kanttekening dat het nu echt de hoogste tijd is dat we de werkelijke problemen benoemen en gaan aanpakken, en niet langer een achterhoedegevecht voeren om te trachten de ergste uitwassen van de nationalistisch-racistische golf buiten de deur te houden.
Daarvoor moet in de eerste plaats een nieuwe, gedegen analyse worden gemaakt van de hedendaagse maatschappelijke verhoudingen. Het klassieke marxistische model van arbeid versus kapitaal heeft naar mijn mening nog niet afgedaan, maar moet wel grondig worden herzien. Het ‘proletariaat’ bestaat vandaag de dag voor een groot deel uit heel andere mensen dan Marx en Engels ooit voor ogen hadden, en veel ‘arbeiders’ behoren tegenwoordig niet langer tot de revolutionaire arbeidersklasse, maar tot de behoudzuchtige kleinburgerij. Voor een behulpzaam schema van het nieuwe ‘militante subject’ (zoals hij dat noemt) kunnen we terecht bij de Franse filosoof Alain Badiou, die vier componenten onderscheidt: 1) de (goed) opgeleide jongeren, studenten; 2) de (dikwijls van origine allochtone) jongeren in de buitenwijken van de grote steden; 3) de harde kern van de ‘arbeiders,’ vaak bestaande uit migranten; en 4) de gewone ‘arbeiders’ met een vaste baan en salaris.
De kunst is nu om deze vier componenten op één of meerdere noemers te verenigen. Dáár ligt de uitdaging voor politiek links, in Nederland en in veel andere westerse landen. Want dat het rechts-nationalisme aan een wereldwijde opmars bezig is, staat buiten kijf. In 2017/2018 richtte Steve Bannon, de campagneleider die Trump in 2016 aan zijn verkiezingsoverwinning hielp, The Movement op, een rechts-nationalistische beweging die ten doel had de Europese Unie te ondermijnen en geestverwante partijen in (met name) Europa aan de macht te helpen. Ook al is The Movement wegens interne conflicten en geldproblemen geen succes gebleken, als we nu naar de kaart van Europa kijken, kunnen we niet anders dan constateren dat de missie wél redelijk succesvol is geweest. In Italië is een extreem-rechtse regering aan de macht, met een regelrechte fascist als premier. In Oost-Europa heeft het rechts-nationalisme de wind in de zeilen in landen als Hongarije (Orban), Slowakije en Polen. In Frankrijk zou Marine Le Pen zomaar de opvolger van Macron kunnen worden. In Duitsland is de AfD aan een flinke opmars bezig en inmiddels (na de CDU) de op één na grootste partij in de peilingen. En in Nederland wist Wilders eindelijk munt te slaan uit zijn jarenlange haatcampagne tegen immigranten en moslims.
Is de overwinning van het klootjesvolk reden om bij de pakken neer te gaan zitten? Zeker niet. We bevinden ons nu op een soort nulpunt en de slinger van de pendule kan zich eigenlijk alleen maar in opwaartse richting bewegen. Hoe lang dat gaat duren, is een tweede. Maar als we erin slagen om de vier componenten van Badiou op één lijn te krijgen, is er veel mogelijk. De tijd zal het leren.
---------------------------------------------------------------------------------
Na interne twijfel over het wel of niet plaatsen van dit artikel hebben we belsoten om het te plaatsen met onderstaande commentaren vanuit onze redactie groep.
---------------------------------------------------------------------------------
Hi Menno
Dit stuk is voor mij precies de arrogantie van de links-liberale elite uit de hoofdstad waardoor Wilders de grootste partij van Nederland geworden is. Om het tij te keren zal ‘links’ een flink deel van de stemmers op Wilders weer aan haar kant moeten krijgen. Het zijn lang niet allemaal racisten, vreemdelingenhaters of enge nationalisten. In ieder geval niet de PVV-stemmers die ik ken. Door ze als klootjesvolk neer te zetten verander je niets.
Er is een groot verschil tussen een analyse en een oplossing. In dit geval tussen een analyse van het succes van Wilders en een politiek om in Nederland een radicaal links perspectief te vormen. Analyse is het werk in de keuken, zoals PM dat noemt. Absoluut noodzakelijk om naar buiten te kunnen komen maar ook iets waar je je gasten niet mee lastig valt. Wie ligt er nou wakker van begrippen als anti-kapitalistisch of de vier componentenlijm van Badiou)? Daarmee maak je AA tot een soort kaderblad van een links politieke elite. Misschien aantrekkelijk op sommige faculteiten van de universiteit maar niet in de platenwinkels en bij de meeste culturele podia.
Waar het om gaat is dat we iets lekkers, moois, aantrekkelijks weten neer te zetten. Wat niet alleen inhoudelijk klopt, want daarmee win je niet, maar vooral ook het gevoel, de woede, de onrust, de emoties (het ‘politieke lichaam’) aanspreekt.
In grote lijnen ben ik het eens met de analyse:
Natuurlijk zit het racisme diep geworteld in het Nederlandse volk. Trouwens ook in het Chinese, Japanse, Russische, Turkse en nog veel meer volkeren; elk met hun eigen achtergrond en wortels.
Bij ons is het nauw verbonden met het NL-kolonialisme en neo-kolonialisme, kortom onze kapitalistische welvaartssituatie. Maar het heeft geen enkele zin om mensen racistisch te noemen, daar worden ze niet minder racistisch van en bovendien voelen ze zich dan vaak beledigd en geschoffeerd.
Het gaat om het opeisen en verdedigen van gelijkheid en humaniteit versus politiek en alledaags racisme. Hoe kan het dat een grote meerderheid van de politieke partijen elke vorm van humaniteit kwijt is als het om de asielzoekers, die nu in NL zijn, gaat?
Ons gemiddelde welvaartsniveau behoort tot de hoogste van de wereld en bestaat door een krankzinnige uitbuiting van de planeet en arbeiders elders. Heel veel mensen zijn doodsbang dat ze die welvaart gaan verliezen. Met de groeiende wereld chaos neemt die onzekerheid toe.
Meer neoliberalisme (met afbraak van voorzieningen), meer marktwerking, meer internationalisme en minder Nederland is geen perspectief meer. Links wil ook stoppen met de afbraak van voorzieningen en minder marktwerking maar is wel voor internationalisme. Ze hebben geen boodschap aan Nederland als natie. En dan wint de partij met een mix van islamofobie, zeer conservatief nationalisme (Nederland uit de EU, grenzen dicht, geen migranten, laat staan vluchtelingen) en heropbouw van delen van de verzorgingsstaat. Nadat eerder al een partij die openlijk racistisch was even de grootste was (FvD) en de BBB partij die ons land weer aan de boeren wil geven.
Er heerst in Nederland al meer dan 20 jaar een soort van rebellie tegen de zittende macht. Daardoor kon de SP (vlak na 2000) de op een na grootste partij worden. Helaas zijn het daarna de rechts conservatieve (en ergere) partijen die aan populariteit winnen. Het lukt links niet om zich die rebellie eigen te maken, ook ons niet.
Wie het volk is en wie het ‘gewone’ volk, is altijd een kwestie van politieke strijd. Politiek is voor de elite en de heersende klasse een spel; voor arme en kwetsbare mensen is het vaak een kwestie van leven en dood. Van de asielzoeker tot “Ze hebben mijn vader vermoord” van Eduard Louis over bezuinigingen op de Franse gezondheidszorg waardoor zijn vader zijn medicijnen niet meer kreeg. Wij moeten zelf ons ‘volk’ construeren, door bepaalde groepen in de samenleving, die wij belangrijk vinden, aan te spreken. Daarvoor is het inderdaad belangrijk om te analyseren welke groepen er nu in de samenleving zijn (jouw citaten van Badiou) maar ook welke groepen er op Wilders gestemd hebben.
Met welk programma, welke voorstellen, welk perspectief spreek je welke groepen aan? Kun je belangstelling krijgen, enthousiasme losmaken, raak je hun angsten en emoties, maak je mensen blij?
Wij zijn het volk!
---------------------------------------------------------------------------------
Interessant stuk, Menno.
Dank voor het delen. Ben niet zeker of je om feedback vraagt maar anders ongevraagd:
Het beledigen van de kiezer is een tactiek dat we de afgelopen weken veel uit de links-liberale hoek hebben zien komen. Sinds Hillary Clinton hiermee in 2016 volledig tegen de muur is geknald is deze tactiek niet beter geworden. Werkt wellicht als auto-therapie (ik heb gelijk, de kiezers zijn dom, amoreel, racistisch); politiek gezien is het waardeloos. Ik zal je aanraden om dit eruit halen of tenminste politiek strategischer te formuleren en de veel interessantere analyse van de compositie van een mogelijk achterban voor progressieve politiek proberen uit te breiden en voor zoverre mogelijk te onderbouwen met wat empirische evidentie.
Doe ermee wat je wilt.