Raadslid Jazie Veldhuyzen over Amsterdam en BIJ1
‘Politieke strijd kan niet zonder het opbouwen van democratische structuren’
Bij de verkiezingen van vorig jaar maart voor de gemeenteraad boekte BIJ1 in Amsterdam een grote overwinning en kwam op drie zetels. Veel lezers van AA hebben toen op BIJ1 gestemd, want de partij was nauw verbonden met radicaal-progressieve bewegingen als Black Lives Matter, XR, de LHBTQAI+-beweging en de kraakbeweging.
Nu, nog geen anderhalf jaar later, hebben alle drie de raadsleden BIJ1 verlaten, waardoor de partij niet meer in de gemeenteraad vertegenwoordigd is. Wat is er fout gegaan, wat voor lessen kun je daaruit trekken, wat betekent dit voor de relatie politieke partij – beweging?
Wij spraken onder andere daarover met Jazie Veldhuyzen, jarenlang de rechterhand van Sylvana Simons in de Amsterdamse gemeenteraad, raadslid sinds 2020 en lijsttrekker in maart 2022. Jazie vormt nu in de gemeenteraad met Nilab Ahmadi en duo-raadslid Marcella Perdok de Lijst Ahmadi-Veldhuyzen.
Wat is er gebeurd, wat zijn de hoofdoorzaken?
Wij zijn zelf ook zwaar teleurgesteld over wat er is gebeurd. Er zijn in onze ogen verschillende redenen te benoemen, maar kort samengevat: de interne strijd binnen de partij ging ten koste van de strijd voor al die mensen die op ons hebben gestemd. Ik wil benadrukken dat bijna alle kameraden waarmee ik de afgelopen zes jaar bij BIJ1 en daarvoor als buitenparlementair activist heb samengewerkt stuk voor stuk te goeder trouw en idealistisch zijn. Maar al die verwachtingen - en daarmee ook de inhoud – liepen stuk op het gebrek aan veilige organisatie, processen en structuren. Te veel kwam neer op te weinig schouders, wat leidde tot een ongezonde concentratie van macht. Dat uitte zich in het gebrek aan afdelingsopbouw, scholing, kennisoverdracht, interne democratie, transparantie en verantwoording. Bij het nemen van besluiten werd bijvoorbeeld niet gestreefd naar consensus.
Doordat BIJ1 stem moest en wilde geven aan veel groepen in gemarginaliseerde posities die voorheen niet werden gehoord waren er grote en begrijpelijke verschillen in politieke opvattingen en bewustzijn. Er ontstond een dynamiek waarbij diversiteit an sich belangrijker leek te worden dan de inhoud. Deze tendens richting ‘oppression olympics’ ging ten koste van de waarden waardoor ik en zoveel anderen activisten jaren geleden besloten om de stap richting een eigen politieke partij te zetten.
Ik heb het vertrek op alle mogelijke manieren geprobeerd te voorkomen, en zo lang mogelijk uitgesteld. Uiteindelijk gold voor Nilab, Marcella en mijzelf dat het werk van volksvertegenwoordiger met de idealen van BIJ1 niet verenigbaar waren met een disfunctionele partij die haar eigen idealen niet in de praktijk weet toe te passen.
Ik kreeg, mede door al die problemen, een burn-out. Dat heeft me wel de kans gegeven om alles eens goed te overdenken. Ik was zo druk met de politieke strijd, op straat en in de raad, en tegelijkertijd was ik voortdurend druk met allerlei partijproblemen. We waren een jonge, nieuwe beweging, maar ik zag de partij organisatie zich niet verder ontwikkelen. In een gezonde partij is ruimte voor inhoudelijk debat en verschil van mening. Iedereen werkte met enorme inzet, maar het gebrek aan duidelijke rollen, verantwoordelijkheden en processen leidde tot conflicten. Die conflicten konden om diezelfde reden niet worden opgelost. Dat is pijnlijk voor al die mensen die zich voor BIJ1 inzetten en wegcijferden, en leidde tot een jarenlange uitstroom van gedesillusioneerde leden, vrijwilligers en sympathisanten.
Wat voor relatie hebben jullie nu met BIJ1?
Het programma van Amsterdam BIJ1 van vorig jaar is voor ons nog steeds de basis; wij volgen dezelfde inhoudelijke lijn. Maar ik zie het als mijn taak dat te vertalen naar een radicaal democratische open organisatie, die geworteld is in de stad.
BIJ1 ligt nog steeds het dichtst bij mijn idealen. Ik hoop dat de partij opnieuw een zetel in de Tweede Kamer gaat halen. Het is doodzonde dat Sylvana niet terugkomt in de Kamer; dat geluid is hard nodig.
Ook nu, maar dan als fractievoorzitter onder een andere vlag onderhoud ik contact met leden van de partijraad van BIJ1, raadsleden en beleidsmedewerkers uit andere steden van de partij. En met de stadsdeelcommissieleden die namens BIJ1 verkozen zijn.
Ik hoop nog steeds dat het goed komt, met de partij en bij de aankomende verkiezingen; Utrecht BIJ1 draait wel goed, heeft wel een actieve afdeling met interne democratie. Ik hoop dat de nieuwe mensen, die zich gaan inzetten voor BIJ1 in de Tweede Kamer, niet in de valkuil van een burn-out terechtkomen.
Wat gaan jullie nu als Lijst Ahmadi-Veldhuyzen doen, in de gemeenteraad en in de stad?
Wij gaan na de Tweede Kamerverkiezingen een publieke bijeenkomst organiseren, om de mensen die op ons gestemd hebben de mogelijkheid te bieden om vragen te stellen, maar ook om uitleg te geven over de redenen achter ons vertrek en over onze toekomstplannen.
Wij zetten ons nog steeds in voor dezelfde idealen op basis waarvan wij actief zijn geworden voor BIJ1. Op dit moment ligt voor ons de focus op het opbouwen van een gezonde basis voor een goed functionerende fractie. Van daaruit gaan we - in ieder geval de komende twee en een half jaar - onze rol als de linkse waakhond in de raad weer waar kunnen maken. Wij werken op basis van besluitvorming via consensus. Ik vind dat wij niet alleen de straat naar de raad moeten brengen, we moeten als fractie ook actief onderdeel uitmaken van de strijd van onderop.
Wat zijn jullie speerpunten?
Vooropgesteld: wij zijn er om diegenen te vertegenwoordigen wiens stem tot nu toe niet genoeg wordt gehoord, denk daarbij bijvoorbeeld aan ongedocumenteerde migranten, dak- en thuislozen, verschillende groepen die in gemarginaliseerde posities worden gedwongen en zeker ook linkse activisten die - zoals je ziet met bij-voorbeeld krakers en pro-Palestijnse activisten - steeds vaker worden gecriminaliseerd. Belangrijke thema’s voor ons zijn armoede, wonen en klimaatrechtvaardigheid.
We willen onderdeel zijn van een brede beweging die van onderop bouwt aan een verbonden, groene stad voor iedereen.
Wat is jouw achterliggende kijk op de samenleving?
Ik zie een samenleving waarin niet de belangen van mensen, dieren of de planeet centraal staan, maar de belangen van het grote geld, daar moet radicaal mee worden gebroken. Het is nu te vroeg en de behoefte en meerwaarde moet nog blijken, maar als er uiteindelijk een lokale politieke partij zou komen, dan zit de meerwaarde in het feit dat die partij expliciet en openlijk revolutionair moet zijn en uitgaand van de kracht van Amsterdam als ‘linkse republiek’ in een steeds rechtser wordend land. Een ‘sanctuary city’ voor iedereen die anders is of zich onderdrukt voelt. Verandering komt altijd van onderop en de parlementaire politiek is vaker onderdeel van het probleem dan van de oplossing. De buitenparlementaire beweging heeft meer solidariteit en verandering teweeggebracht dan de parlementaire politiek. Als we willen breken met alle vormen van onderdrukking en uitbuiting, als we daadwerkelijk streven naar een radicaal gelijkwaardige wereld, dan moet er worden gebroken met het kapitalisme. Tegelijkertijd is het wel van belang om de parlementaire politiek te gebruiken om het huidige beleid zo goed als het kan te verbeteren, omdat er immers wel mensenlevens op het spel staan. Veel Amsterdammers leven in armoede en juist voor hen is het van belang om de effecten van schadelijk beleid zoveel mogelijk te beperken. Daarnaast denk ik dat het ook belangrijk is om onze zetels in de raad te gebruiken als megafoon voor de bewegingen op straat en voor de Amsterdammers die zich door de gevestigde politiek in de steek gelaten voelen.
Hoe zie jij radicale intersectionaliteit in de huidige neoliberale tijd?
Intersectionaliteit, de analyse achter het verbinden van de verschillende ‘strijden’ tegen onderdrukking en uitbuiting, is in mijn optiek inherent verbonden met anti-kapitalisme. Het is noodzaak om je breed te organiseren, zonder voorbij te gaan aan de verschillende groepen die met verschillende vormen van onderdrukking te maken hebben. Wat mij betreft betekent dat niet het hanteren van een ‘hierarchy of oppression’, dat politiek-inhoudelijke discussie onmogelijk maakt en juist een vorm van verdeel-en-heers veroorzaakt.
Natuurlijk hebben wij overal te maken met het hyperindividualisme van de neoliberale cultuur waar we allemaal inzitten. Dat zie je ook terug in neoliberale vormen van antiracisme, waarbij de focus ligt op het individu en niet op het systeem. De vraag is dan: hoe bouw je solidariteit op tegenover het individualisme van het neoliberalisme, inclusief het identiteitsdenken. En hoe bouw je in een vijandige kapitalistische omgeving een organisatie op? Mohammed Hatta en Anton de Kom waren onderdeel van een bredere beweging; Fred Hampton streefde een Rainbow Coalition na, maar werd opgejaagd en vermoord.
Leestip:
‘How We Get Free: Black Feminism and the Combahee River Collective‘ van Keeanga Yamahtta Taylor op Democracynow.org
Taylor over het Combahee River Collective
Luistertip:
Immortal Technique – The Poverty of Philosophy
“…When you try to change the system from within, it’s not you who changes the system; it’s the system that will eventually change you”
Over het permanente gevaar dat kritische initiatieven opgezogen worden door het systeem, en geïnstitutionaliseerd worden.