Hoe zonder geld leven ons kan leren om met geld te leven
In 2016 leefde, reisde en werkte ik tien maanden zonder geld. Niet om te bewijzen dat het kan of beter is, maar omdat ik nieuwsgierig was: ‘Wat gebeurt er, met mij en met de mensen die ik tegenkom, als ik iets dat ons leven zó lijkt te beheersen, een tijdlang niet aanraak?’
Het experiment zou onderdeel worden van een groter onderzoek naar geld, naar onze relatie tot geld en naar het prachtige idee dat geld in wezen is. In dit artikel deel ik een aantal van de inzichten en de hoofduitkomst van mijn ontdekkingstocht.
Ik schrijf vier maanden na de start van mijn experiment. Ik heb een tijd doorgebracht in Schotland en ben voor even weer in Nederland, onder andere om te assisteren bij een trainingsweekend. Tijdens de eerste lunchpauze van de training vraagt Koen (een vriend van me): ‘Raymundo, leven zonder geld, wat is je conclusie tot nu toe?’
‘Dat het nog niet klaar is’, antwoord ik.
‘Wanneer is het voor jou wel klaar?’ vraagt Jonna, die naast Koen zit. ‘Over hoe lang?’
‘Wanneer het klaar voelt. Ik weet nog niet wanneer dat zal zijn.’
Ik vertel over de gemeenschappen, het retraitecentrum en de biologische boerderij waar ik heb meegeleefd en gewerkt. Ik vertel over de avonturen die volgden op een dag liften zonder bestemming, en al pratende kom ik tot een inhoudelijk antwoord.
Zonder geld kan ik niet betalen, in ieder geval niet met geld, om ergens te mogen zijn. Dit haalt de drang om te betalen niet zomaar weg. Sterker nog, op meerdere plekken in Schotland zag ik mezelf betalen. Ik kwam ergens aan en had mijn jas nog niet uit, of ik was al over mezelf heen gevallen om op tijd te laten weten dat ik heus wel iets kwam doen in ruil voor mijn verblijf.
Zo bood ik meerdere keren een Qigong-les of coaching-sessie aan, terwijl ik de behoefte om die te geven helemaal niet voelde. Andere keren bleef ik maar vragen: “Zeg je het als ik iets kan doen?”. Weer andere keren zei ik dat ik dit en dat of zus en zo wel kon doen, terwijl ik nauwelijks wist waar ik was, laat staan of de mensen daar wel wilden dat ik iets deed.
Een paar keer kreeg ik het ook meteen terug: “Als je echt nu iets wilt doen, gaan we nu iets verzinnen, maar wat ons betreft kom je eerst aan”.
Ik vind het leuk, dit terugblikken. Verhelderend ook.
Dit patroon, het afkopen van het recht om ergens te mogen zijn, gaat dus niet weg omdat ik het even zonder geld doe. Sterker nog, ik krijg het juist op m’n snufferd. Eérst moet ik doen, éérst moet ik geven en dán ben ik goed genoeg, dan mag ik er zijn. Misschien.
Dit patroon, het afkopen van het recht om ergens te mogen zijn, gaat dus niet weg omdat ik het even zonder geld doe
Vooral op plekken waar geen duidelijke afspraken waren, vond ik het echt oefenen om te handelen vanuit overvloed en vertrouwen in plaats vanuit schuld of plicht. Zeker wanneer de bal volledig bij mij lag. Bij één gemeenschap leerde ik bijvoorbeeld al doende over bouwen met hout en over tuinieren vanuit Permacultuur-principes. Ik kookte er met plezier voor de bewoners. Maar voor mij zat het echte werk in het ervaren van de vrijheid, in mezelf, om dingen te doen en dingen te laten.
‘Ik vind het heerlijk om te geven en om mijn dankbaarheid te uiten. Zonder geld daagt me vooral uit om hier authentieker in te worden. Om te durven wachten tot het geven van binnenuit komt, of tot er een hulpvraag komt, of tot ik zie waar ik echt iets te geven heb. En dit durven gebeurt alleen wanneer ik mezelf genoeg vind. Alleen dan komt geven vanuit spontaniteit in plaats vanuit plicht. Alleen dan kan ik in vrijheid ontvangen in plaats van in schuld. En alleen dan geef ik terug of door vanuit dankbaarheid — niet om een rekening te vereffenen.
Op deze manier geven en ontvangen, vind ik veel leuker en waardevoller dan het gekunstelde gedoe, vol onuitgesproken regels en overtuigingen, waar we onszelf en elkaar zo vaak in vastzetten.
En dit alles wist ik, allang, vond ik. Na deze eerste maanden zie ik echter vooral hoe ik hierin nog kan groeien.
Dus misschien is mijn conclusie tot nu toe dat ik zonder geld nog meer mag oefenen met vertrouwen dat ik goed en waardevol ben, helemaal, zoals ik ben.’
Er zouden nog zes maanden en een heleboel inzichten volgen op bovenstaand moment. Het besluit om weer mét geld te gaan leven, heeft daar geen eind aan gebracht; het (ont)leren gaat door. Wel kan ik één ding met zekerheid zeggen: geld, op zichzelf, is niets.
Geld wordt iets door wat wij ervan maken. Of beter gezegd, door de relatie die wij ermee aangaan. We kunnen geld, het ‘systeem’ en banken bijvoorbeeld de schuld (blijven) geven van alles wat er mis is in de wereld, maar daarmee dragen we niet bij aan een oplossing.
Wat bijdraagt, zoals ik het nu zie, is eerlijk worden.
Onze huidige economische structuren zijn een optelsom van overtuigingen die ons vooral kleinhouden en de aarde stukmaken
Onze huidige economische structuren zijn een optelsom van overtuigingen die ons vooral kleinhouden en de aarde stukmaken. Eén overtuiging zegt bijvoorbeeld dat er in de wereld niet genoeg is voor iedereen. Uit die overtuiging volgt automatisch het idee dat meer voor jou minder voor mij is, dat de één alleen kan winnen ten koste van een ander en dat we elkaar moeten beconcurreren om vooruit te komen.
Een tweede overtuiging staat aan de basis van wat we economische groei noemen: ‘Wij moeten alsmaar meer.’ Oftewel: ‘ik moet alsmaar meer’, want ‘wat ik ook doe, ik ben nooit genoeg’.
Hoe dieper ik het onderwerp geld indook, hoe duidelijker het me werd dat ál onze wereldse problemen — ecologisch, economisch, sociaal en in onze hoofden — voortkomen uit een aantal diepe, negatieve ideeën over wie wij zijn, wie onze medemens is en hoe de wereld in elkaar zit.
En hoe meer ik die ideeën onder ogen durfde te komen, hoe meer ik ze aan het werk zag in mezelf. Dat was confronterend en dat is het soms nog steeds, maar het is bovenal bevrijdend geweest — en dat is het steeds vaker.
Zodra we eerlijker gaan kijken naar geld, gaan we eerlijker kijken naar onszelf. Zodra we eerlijker gaan kijken naar onszelf, worden we een bouwsteen voor de wereld waar we volgens mij diep vanbinnen allemaal in willen leven. Dat is de hoofduitkomst van mijn ontdekkingstocht en het centrale uitgangspunt van mijn boek Geld Gaat Nooit Over Geld
Zodra we eerlijker gaan kijken naar geld, gaan we eerlijker kijken naar onszelf. Zodra we eerlijker gaan kijken naar onszelf, worden we een bouwsteen voor de wereld waar we volgens mij diep vanbinnen allemaal in willen leven
Mijn wens? Dat mijn inzichten, mijn visie en voorbeelden van mensen die deze visie vallend en opstaand waarmaken, jou sterken om de wereld waarvan we in ons hart weten dat ze mogelijk is, te leven.
Het hele verhaal, samen met ruim 450 tekeningen van eigen hand, is online beschikbaar, vrij en op een ‘geef wat goed voelt’ donatiebasis. Om het boek te lezen, om bij te dragen aan de realisatie van een papieren versie door (jezelf) alvast een boek of e-boek te geven, en voor aanvullende inspiratie, onder andere in de vorm van geanimeerde video’s: zie GeldGaatNooitOverGeld.org.