Use the buttons to browse through the AA articles archive or to find out more about the newspaper and distribution.
8/11/2021 / Issue #039 / Text: Ivo Schmetz, Joekenel van der Pijl

In gesprek met de proces manager van de ‘Expeditie Vrije Ruimte’

Als voorbereiding op de publieke discussie op vrijdag 19 november in de OT301, en als aanvulling op voorgaand artikel, gaan we in gesprek met Joekenel van der Pijl, proces manager in het team van de ‘Expeditie Vrije Ruimte’. Een aantal vragen om erachter te komen wat de intenties van de gemeente zijn en wat dat voor ons als vrije ruimte gebruikers betekent.

Kun je kort uitleggen wanneer en waarom de ‘Expeditie Vrije Ruimte’ is ontstaan?
In het coalitieakkoord van 2018 geeft het college aan dat Amsterdam een lange traditie van tegencultuur kent en daarom de rafelranden wil beschermen. In juli 2019 is op basis van die alinea de Bestuursopdracht Vrije Ruimte gemaakt en een verkennend onderzoek uitgevoerd. Vorig jaar najaar heeft het college de ‘Expeditie’ vastgesteld en dit jaar ondervinden we in de praktijk wat er moet gebeuren om ruimte vrij te maken.

De bedoeling van de ‘Expeditie’ is om oningevulde ruimte te beschermen tegen de hoge ontwikkeldruk en beschikbaar te maken voor experiment, ontmoeting en rust. Naast het beschermen van tegencultuur, past de ‘Expeditie’ in een bredere maatschappelijke beweging waarbij meer ruimte wordt gegeven aan burgers om activiteiten te organiseren. De gemeente ziet vrije ruimte dus breder dan alleen vrijplaatsen en zet in op het faciliteren van maatschappelijk initiatief voor alle Amsterdammers.

Wat betekent ‘Vrije Ruime’ in het kader van dit project dan precies?
Als je het vanuit ruimtelijke ordening bekijkt, gaat Vrije Ruimte over ruimte die ‘open’ is, waar dingen kunnen ontstaan, zonder vooropgezet plan. En dan is het de bedoeling dat mensen die ruimte zelf kunnen vormgeven vanuit een beweging ‘van onderop’, dus zonder te veel sturing vanuit de gemeente.

Ik denk dat vrije ruimte niet alleen gaat over ‘vrij’ in de zin dat dan alles mag. Het woord vrij duidt op maatwerk, dat je er samen aan werkt om de plek ‘vrij’ te maken voor collectief gebruik, en dat de plek van de vrije markt wordt weg gehouden. Dus niet ‘alles kan’ maar wel ‘kijken hoe we hier iets moois van kunnen maken’. Wat wij dit jaar zien, is dat elke situatie om een andere aanpak vraagt. Dus als we ruimte op het oog hebben, is de vraag: is er al een groep? Van wie is de grond? Zijn er al plannen voor? Mag er gewoond worden? De situatie van ‘t Groene Veld in Noord vraagt om een andere aanpak dan Tuinen van West of Sloterdijk.

Hoe kan het dat het zo lang heeft geduurd voor men bij de gemeente is gaan inzien dat vrije ruimte belangrijk is voor de stad?
Het is een politieke keuze die het huidige college bijna vier jaar geleden - o.a. dankzij het Vrije Ruimte Akkoord - in gang heeft gezet. Na de verkenningsfase zijn we nu anno 2021 ‘op Expeditie’, een jaar waarin we voor het eerst in de praktijk ondervinden hoe het is om ruimte vrij te maken, en te verbinden aan vrijplaats-makers. We willen het samen doen, samen optrekken, maar nieuwe dingen hebben tijd nodig. Vrije ruimte is nieuw, en weerbarstig, ook voor mensen die bij de gemeente werken. En er is een grote schaarste aan ruimte voor allerlei functies die belangrijk zijn voor de stad. Denk aan ruimte voor zorg, sport of onderwijs. De druk op de ruimte, en dus ook op ons eigen gemeentelijk vastgoed is groot.

‘t Groene Veld is ons eerste experiment. Het is een prestatie dat het is gelukt. Een samenwerking tussen mensen van Culturele Stelling, De Verademing en mensen van de gemeente. Iedereen moest buiten zijn eigen wereld of comfort zone. Als je beschikking over een vrije ruimte wil krijgen dan komt daar een verantwoordelijkheid bij. Het is niet zo dat de gemeente de sleutel overhandigd zonder afspraken. Het is daarom belangrijk dat we elkaar leren kennen en begrijpen. De gemeente wil samenwerken en in dialoog om dit mogelijk te maken. Niet tegen over elkaar staan maar met respect voor elkaars verschillende werelden proberen er iets van te maken.

Kraken is verboden bij wet sinds 2010. Deze beslissing heeft een enorme impact gehad op de ‘underground’, de rafelrand, de diversiteit en het experimentele karakter van Amsterdam. Sindsdien geen nieuwe vrijplaatsen maar broedplaatsen, leegstandsoplossers en antikraak boeven. Was het niet slimmer geweest om kraken weer toe te staan en daar iets constructiefs voor te verzinnen. Dat had jullie een hoop werk, tijd en geld gescheeld.
Ik begrijp wat je zegt, en weet dat in het Vrije Ruimte Akkoord aandacht is gevraagd voor leegstand beheer. Als Amsterdam kunnen we echter niet veel doen aan het kraakverbod omdat dit landelijke wetgeving is.

De gemeente heeft wel invloed op het gebruik van haar eigen vastgoed, en kan daarmee een voorbeeld stellen voor particuliere eigenaren om hun leegstand in te vullen met maatschappelijke initiatieven. Zoals we wel vaker zien kost het ook nu tijd om nieuwe werkwijzen in gang te zetten binnen de gemeente en zijn er soms conflicterende belangen en bewegingen rond vrije ruimte. Voor nu is het belangrijk dat door middel van de ‘Expeditie’ de kracht en potentie van vrijplaatsen wordt erkent. Dus dit jaar zoeken we naar manieren om die bijzondere cultuur van vrijplaatsen een structurele plek te geven in de toekomstige stad. Kenmerken en waarden die horen bij vrijplaatsen vormen het uitgangspunt.

Het is een aantal oude kraakpanden na veel werk en inzet gelukt om door legalisatie een permanente plek in de stad te bemachtigen. Dat zijn vaak langdurende processen. Wat we met de ‘Expeditie’ proberen is om in één keer, op legale manier vrijplaatsen neer te zetten. Een grote uitdaging en ook de reden dat niet alles meteen en voor langere duur lukt. Toch willen we een aanpak ontwikkelen waarbij de waardevolle aspecten van de ‘alternatieve’ en kraakbeweging worden bewaard; collectief, open, sociaal maatschappelijk, niet commercieel en spontaan.

In hoeverre denk je dat vrije ruimte echt vrij is als die gebonden is aan een beleid van de gemeente en de daarbij behorende regels, vergunningen, beperkingen, kosten en eventueel andere bureaucratische invloeden?
Dat is een mooie, filosofische vraag die ons dwingt na te denken over mogelijkheden. Zoals ik eerder aangaf, betekent ‘vrij’ niet dat er geen regels zijn. Regelluwte hoort bij vrije ruimte en gaat vooral over onnodig precies zijn. Binnen de regels is vaak meer mogelijk dan mensen denken. Maar regels zijn er niet voor niks. Soms beschermen die de vrijheid van anderen, denk aan overmatige overlast. Veiligheid en gezondheid kunnen ook eisen zijn waar je als gebruiker van vrije ruimte niet aan moet willen tornen. Het is goed om samen, in concrete projecten te gaan proberen hoe we de tegenstelling tussen regelluw en regelnoodzaak kunnen oplossen. Elk project is een leerschool voor nieuwe initiatieven.

In hoeverre is de gemeente te bereid om te investeren in de lange termijn? Al dan niet door het permanent maken van bepaalde plekken/terreinen of het permanent blijven inzetten van ruimte als tijdelijke vrije ruimte.
Onderdeel van de ‘Expeditie’ is de ambitie om een permanente plek voor een vrijplaats waar gewoond en gewerkt kan worden te realiseren. Daarnaast werkt de huidige aanpak zo dat gemeentelijk vastgoed tegen een kostprijs dekkende huur kan worden aangeboden aan initiatiefnemers. In specifieke gevallen is het nodig om beslissingen te nemen over extra investeringen. Het is natuurlijk onvoorspelbaar hoe de verkiezingen volgend jaar verlopen en wat een nieuw college wil met vrije ruimte dus daarover kan ik weinig zeggen.

Zijn er naast het ADM en ’t Groene veld andere concrete voorbeelden van projecten waaraan jullie werken?
Binnen het ADM dossier is het gelukt om het verblijf van de mensen die sinds 2018 op de Silbvelden wonen met 3,5 jaar te verlengen. Daarnaast hebben zij als kwartiermaker van ’t Groene Veld plannen gemaakt om deze plek de komende jaren open te stellen voor de stad met een programma van sport, kunst, cultuur en groen recreatie. Hiermee is de dreiging van de ontruiming van vorig jaar afgewend en komt de komende jaren een stuk grond van circa zes hectare vrij waar de bijzondere cultuur en programmering die we kennen van ADM weer zichtbaar kan worden. Dit soort voorbeelden zijn nodig om de toekomst van de ‘Expeditie’ veilig te stellen.

Verder hebben we op dit moment bijvoorbeeld 663 in de Tuinen van West opengesteld, met de vraag: wie heeft zin om de komende maanden hier een collectieve ontwikkeling op gang brengen in nauwe samenwerking met team van de ‘Expeditie’? Het gaat om een stuk grond van circa duizend vierkante meter met een oude schuur erop. Ook voor het Laatste huis in het Brettengebied en een klein gebouw in het Westerpark wordt gezocht naar een invulling.

Vrije ruimte gaat overigens ook over kleinere matches en initiatieven van Amsterdammers in hun woonomgeving. Dat soort initiatieven zijn misschien iets minder zichtbaar dan ‘t Groene Veld omdat ze kleinschaliger zijn maar dat is ook vrije ruimte. Het begrip is dus breed. Bewoners rondom een plein in Noord die bijvoorbeeld meedenken over de inrichting van een plein. Of in Sloterdijk, of het Sixhaven gebied in Noord en de kop van het Java eiland waar stukken grond door bewoners in gebruik worden genomen, en een ‘onkruiden- collectief’ in het Amstelpark. Ook zijn we betrokken bij een prijsvraag die de burgemeester onlangs uitschreef voor een goed idee voor meer levendigheid in de stad.

De komende maanden zijn we druk met een aantal andere zaken voor de toekomst, zoals bijvoorbeeld de relatie tussen vrije ruimte en gemeentelijk vastgoed. En ook met Bureau Broedplaatsen en het gemeentelijk bureau dat subsidies verdeeld voor maatschappelijke (dus ook vrije ruimte) initiatieven. We willen Vrije Ruimte permanent in onze planprocessen borgen en werken aan de omgang met stadsdelen en de afdeling Vergunningen.

Indien geïnteresseerd meld je dan aan bij ons via vrijeruime(at)amsterdam.nl.
We kunnen het niet alleen.

Welke onderwerpen zou jij graag willen bespreken op vrijdag 19 november tijdens de publieke discussie in de OT301?
Ik zou het graag hebben over hoe vrijplaatsmakers en gemeente nog beter kunnen samenwerken. We vinden elkaar nog niet zo gemakkelijk: wat kunnen we hieraan doen?, en wat is ervoor nodig?