Use the buttons to browse through the AA articles archive or to find out more about the newspaper and distribution.
6/7/2021 / Issue #037 / Text: Charlie Vielvoye

Stampende armada’s aan de poorten van de Amstel

Amsterdam & Partners (voorheen Amsterdam Marketing) presenteerde afgelopen november in opdracht van het college van de Gemeente Amsterdam de Visie Herontwerp Bezoekerseconomie 2025. Dit advies is erop gericht om het toerisme meer te reguleren en een betere balans te vinden tussen bewoners en bezoekers dan voor de coronacrisis. Je kan het rapport zelf lezen op Issuu. De adviezen worden gebruikt om concrete beleidsplannen te maken zoals bijvoorbeeld de Aanpak Binnenstad. Ik spreek met vier van de ruim 100 adviseurs die meedachten met dit plan.

Ik sta in de Kleine Cooldown en heb mijn oog laten vallen op een Spaanse schone: Irene Chaparro. Dat ze zo heet weet ik natuurlijk nog helemaal niet. In het heetst van de strijd probeert een lijzige, stonede Canadees 8 keer op rij dezelfde halfbakken salsamove. Gelukkig troef ik hem af met mijn hemel-blauwe kijkers. Wat een heerlijke, dronken, onbezonnen waas.

Voor mij was Irene natuurlijk een waardevolle toerist, maar wat maakt een bezoeker waardevol voor onze stad?
In het herontwerp staat dit: “De bezoeker die ons bezoekt vanwege onze unieke waarden, ons karakter en onze identiteit en die zelf waarde toevoegt. We richten ons actief op bezoekers die voor congressen en cultuur komen.” En: “er is geen ruimte voor bezoekers zonder respect voor de stad. Bezoekers die maar met één doel komen: overmatig drinken en blowen.”

Geerte Udo, directeur van Amsterdam & Partners en initiatiefnemer van het herontwerp, verduidelijkt: “Als je alleen maar plat consumeert en veel geluidsoverlast veroorzaakt is dat niet heel waardevol voor de stad. Als je lokale ondernemers en culturele instellingen bezoekt dan is dat al een stuk waardevoller.”

Elena Simons van Reinvent Tourism, een beweging die het toerisme wil transformeren in een kracht voor het goede, definieert waarde net anders: “Ik steek energie in niet-economische waarde. Voor bewoners kan het interessant zijn om mensen uit de hele wereld te ontmoeten. En toeristen kunnen aan duurzaamheid bijdragen door bijvoorbeeld afval op te ruimen.”

Olav Ulrich, bioloog en penvoerder van bewonerscollectief Stop de Gekte dat zich richt op afremmen van het massatoerisme in het Wallengebied, vindt dat we vooral duidelijk moeten zijn in wat we niet willen: “Vergelijk het met de bio-industrie. Als je alles plat maait verdwijnt de biodiversiteit. Dat is in de stad net zo. Er is kaalslag en monocultuur. Daar komt een bepaald soort grazers op af, of beter gezegd: sprinkhanen. Die vreten alles kaal. Je moet een gevarieerd economisch systeem faciliteren waarin jonge ondernemers de kans om krijgen. De economische diversiteit moet primair op bewoners zijn afgestemd.”

In het herontwerp wordt de congresbezoeker boven de blowende en drinkende Britse vrijgezel gehesen maar die eerste  komt toch ook niet voor de unieke waarden van Amsterdam, maar alleen maar omdat zijn congres hier is? Wat voor waarde zo iemand toevoegt aan de stad buiten het geld blijft gissen.

 


“GET OUT OF MY WAY!!” brul ik mee met latinzanger Joe Torres uit mijn iPhone. Ik zwalk van links naar rechts over het Spaans koloniale trottoir van Cartagena. Een fles Aguardiente soldaat, marcherend naar de dampende discotheek. Aan de andere kant van de wereld heb ik met niemand ook maar ene hol te maken, of wel?

Jij bent toch ook wel eens die overlastige toerist geweest? In het herontwerp gaat het om het terugdringen van overlast, maar:
Lopen we het risico het rebelse karakter van Amsterdam de nek om te draaien?

Ramon de Lima,
van de Stichting Nachtburgemeester, die zich inzet voor de Amsterdamse nachtcultuur, denkt van wel: “Mensen komen hierheen om van de vrijheid te proeven en ik zie dit als onderdeel van het DNA van onze stad. Ik heb het idee dat we een soort etalageversie van Amsterdam willen presenteren aan de buitenwereld. Alles mooi aangeharkt, groen, fijn, cultureel, maar Amsterdam heeft ook gewoon haar rebelse kanten.”

Elena Simons maakt zich ook zorgen maar begrijpt tegelijkertijd dat toeristisch wangedrag bewoners van het Wallengebied helemaal de keel uitkomt. “Ik zou die groepen vrijgezellenfeesten wel eens willen uitnodigen voor een co-creatie-sessie in ruil voor een gratis extra overnachting en een heleboel gebakken eieren.”

Olav Ulrich stelt op zijn beurt vraagtekens bij de veronderstelde rebelsheid: “ik vind juist dat het huidige toerisme het steeds moeilijker maakt om de ruige plekken in stand te houden. Creatieve concepten zoals W139 in de Warmoesstraat hebben het steeds moeilijker omdat het Wallengebied toeristischer wordt. Dat de raamprostitutie een rafelrand zou zijn is trouwens echt een gotspe. Het is de spil waar de op hol geslagen toeristenkermis heen draait.”

Het lijkt erop dat men in de visie van twee walletjes proberen te eten. Enerzijds profiteren van ons ruige imago en anderzijds congresbezoekers willen trekken die juist totaal afbreuk doen aan het rebelse karakter van onze stad. Nou wordt dat rebelse karakter natuurlijk niet alleen afgebroken door zakelijke hotemetoten van buitenaf, daar slagen we met de instroom van nieuwe, vermogende Amsterdammers zelf al heel aardig in.

Ik klief me een weg door de Britste colonne. Er is geen houden meer aan. Ik moet uit het zadel. Bulgaarse sirenen lonken vanuit de vuurrode krochten. Groen en geel erger ik me aan het Wallengebied, maar kunnen we er echt voor zorgen dat die overlastige toerist minder komt?

Kun je het imago van een stad vormgeven of ontstaat dit organisch?
In het herontwerp staat het volgende: “Investeer in een hernieuwd imago van Amsterdam. Een stad van vrijheid met verantwoordelijkheid en nadrukkelijke aandacht voor de aanwezigheid van de enorme diversiteit in kunst, creativiteit en cultuur. Op deze wijze trekt de stad ook de bezoekers die de waarden en het unieke karakter verstevigen.”

Olav Ulrich denkt zeker dat je kunt sturen op het type bezoeker: “Sinds vorig jaar is er eindelijk keiharde erkenning voor het feit dat het onleefbaar is geworden in het Wallengebied. Druk op de openbare ruimte komt van clubjes Fransen, Belgen en Duitsers die in hun autootje hierheen komen en vier dagen bivakkeren op de gracht. Nu bestaat het plan om hier specifiek op te handhaven. Combineer dit met een campagne op Instagram en deel een tijdje boetes uit, dan wordt het allemaal minder lollig.”

Ook Geerte Udo benadrukt het belang van social media: “Een imago vormgeven doe je niet overnight. Het is geen sprint maar een marathon. Je kan werken aan de beeldvorming via social media, dat doen we dan ook met onze 850 partners. Het imago van drugs en prostitutie staat in de etalage maar je kan er zoveel andere dingen naast zetten. Dan wordt het een veel diverser palet.”

Ramon de Lima denkt ook dat het om beeldvorming gaat: “Voor veel mensen is Amsterdam naast het nachtleven en de musea ook de plek met het Red Light District, de barren en de coffeeshops. Zet een serie of een film over Amsterdam aan en je kan de bingokaart ernaast houden. Een imago verandert organisch, maar slimme marketingjongens kunnen hier wel bij helpen door focus te leggen op waar we nóg trotser op zijn.”

Durf te vertrouwen op de alternatieve scene
Het feit dat we nu aansturen op ontmoedigingscampagnes laat zien dat er een consensus is dat er teveel bezoekers naar Amsterdam kwamen voor corona. Toch lijken zulk soort campagnes meer op symptoombestrijding. Als we echt minder toeristen willen dan moet het ook minder makkelijk worden om hierheen te komen. Hiernaast blijft voor mij de waardebepaling van toeristen een hekel punt in het Herontwerp Bezoekerseconomie. Ja, stuur op diversiteit in het aanbod maar ook op een bloeiende alternatieve scene en durf erop te vertrouwen dat die waarde oplevert voor de stad en inspirerender bezoekers trekt dan nu veelal het geval is.