Use the buttons to browse through the AA articles archive or to find out more about the newspaper and distribution.
29/5/2021 / Issue #036 / Text: Charlie Vielvoye

Repair Café zet in op een mentaliteitsverandering

In 2009 werd voor het eerst een Repair Café geopend in Amsterdam-West. Sindsdien zijn repair cafés bezig aan een opmars en inmiddels zijn er meer dan 2000 wereldwijd. Ik sprak met Hein van het Repair Café in de Transvaalbuurt. Over de jaren 60, popcornmachines en het tandartseneffect.

Als een apparaat stuk gaat koop je gewoon een nieuwe toch? Niet als het aan de vele vrijwilligers van Repair Café ligt. Bij Repair Cafés kun je gratis je spullen laten repareren. Alleen in Amsterdam al zijn er 22. Hein werkt sinds vier jaar als vrijwilliger voor de vestiging in de Transvaalbuurt. In het pre-coronatijdperk hielp hij rond de vijf klanten per middag. “Dan is het open huis en moet je bij mooi weer mensen teleurstellen. Er komen daarnaast ook veel mensen voor de gezelligheid die alleen mee willen kijken met reparaties.” Nu gaat alles op afspraak en is de aanloop beduidend minder, deze zaterdag heeft Hein één afspraak staan. Op die manier is de spontaniteit er wat af, maar dat mag niet deren.

Mensen komen met de meest uiteenlopende spullen aanzetten. “Zolang ze het maar hierheen kunnen tillen.” Het gekste dat Hein langs heeft zien komen in al die jaren is toch wel de popcornmachine waarmee een grootvader een keer binnen kwam rijden. “Die had ie speciaal voor zijn kleinkinderen. Het was echt zo’n marktkraamkarretje met van die grote wielen eraan en allerlei lampjes erop. Die man vond het fantastisch dat we dat ding hebben kunnen repareren.”

Tandartseffect
Soms duurt zo’n reparatie een uur, een andere keer vijf minuten. “Vaak hebben mensen bijvoorbeeld niet door dat je bij een nieuw apparaat ergens een stickertje moet verwijderen. Dan ben je snel klaar.” Ook kan het meeslepen van een apparaat naar het Repair Café al wonderen verrichten net zoals een goede klap op een oude televisie wanneer het beeld hapert. “Dat is het bekende tandartseffect. Je gaat met kiespijn naar de tandarts en terwijl je in de wachtkamer zit is je kiespijn ineens verdwenen.”

In 40% van de gevallen lukt het helaas niet om de reparatie tot een goed einde te brengen. Dat kan tal van oorzaken hebben maar het is zonder meer waar dat moderne apparaten zich een stuk moeilijker laten repareren. “Merken verzinnen allerlei rare formaten schroeven zodat je ze niet open krijgt. Vooral koffiezetapparaten en föhns hebben vaak hele diepliggende schroefjes waarvoor je een hele lange en dunne schroevendraaier nodig hebt die je nergens kan krijgen.”

Repareren we dan tegenwoordig onze spullen zelf niet meer door de hogere moeilijkheidsgraad? Volgens Hein zit ‘m dat eerder in de toegenomen welvaart. “In de jaren zestig waren mensen een stuk armer. Ik kon m’n fiets al repareren voor ik tien was. En apparaten waren relatief gezien een stuk duurder. Een nieuwe stofzuiger kostte een maandsalaris. Repareren was dus bepaald geen hobby, maar vooral noodzaak. Nu is er een veel grotere doorstroom van consumentenartikelen. Mensen kopen nu dingen vanwege het kleurtje en kijken niet naar hoe lang iets meegaat.”

Krukassen
Worden spullen tegenwoordig dan bewust slechter in elkaar gezet zodat je ze sneller moet vervangen? “Dat zijn vaak broodje-aap-verhalen. Neem bijvoorbeeld telefoonbatterijen, daarover wordt dat vaak gezegd. Maar de accutechniek is nu pas een beetje aan het evolueren door het gebruik van andere grondstoffen en principes om elektriciteit op te slaan. Er zit nu pas schot in de ontwikkeling van die batterijen.”

Bovendien is het inbouwen van toekomstige mankementen bepaald geen nieuwigheid. “Philips stond al in de jaren 70 erom bekend dat de knoppen van lampen altijd stuk gingen. Dat was met opzet ja.” En ga je nog een end verder terug in de tijd, naar de eerste lopende band producties in de jaren 10 van de vorige eeuw, dan kom je dit fenomeen ook tegen. “De T-Ford had krukassen die op een gegeven moment afbraken. Dat was ook zo berekend. Dus dat spullen kapot moeten gaan zodat je weer iets nieuws koopt is niet iets van deze tijd. Dat is een ouderwets verdienmodel.”

Mentaliteitsverandering
Dat spullen gemaakt worden om op een gegeven moment kapot te gaan zullen ze bij Repair Café niet 1-2-3 veranderen. Mensen op een andere manier naar hun spullen laten kijken kan echter wel. Reparatiekennis zoals Hein die met de paplepel ingegoten kreeg verdwijnt snel, maar bij het Repair Café hopen ze bij te dragen aan een mentaliteitsverandering. Hierdoor willen ze mensen enthousiasmeren voor een duurzame samenleving en in laten zien dat repareren leuk is (en vaak heel makkelijk).