Wonen: van vast naar precair
Vroeger was een huurcontract voor onbepaalde tijd de norm, maar steeds vaker is huur precair: tijdelijk, onzeker, te duur. Inmiddels wordt bijna de helft van de particuliere huurvoorraad aangeboden via een tijdelijk contract. Een schrijnend tekort aan woningen, in combinatie met verkeerde politieke keuzes, hebben de flexibilisering van de huurmarkt in de hand gewerkt. Hoe is dit zo gekomen?
Leegstandswet
In 2010 werd de Wet Kraken en Leegstand ingevoerd. Door deze ‘antikraakwet’ werd kraken verboden. Als gevolg hiervan nam tijdelijke verhuur een enorme vlucht. Ook ontstond een forse toename in het antikraak-wonen: tijdelijke bewoning via bruikleen. Zo is de omzet van antikraakbureau Camelot binnen enkele jaren gegroeid van vijf naar dertig miljoen euro. Niet alleen commerciële partijen maar ook veel gemeenten en woningbouwcorporaties besteden leegstandbeheer uit aan dit soort beheerders. Hele sloopwijken worden getransformeerd tot tijdelijke woningen, waarbij ook woningbouwcorporaties zelf vaak tijdelijke huurcontracten aanbieden.
Mini-woninkjes
Ook in de reguliere huurmarkt ontstaat een verschuiving van vast naar precair. Vanaf 2006 mogen woningen tijdelijk verhuurd worden aan studenten via een campuscontract. De Wet Doorstroming Huurmarkt uit 2015 verruimde de mogelijkheden voor tijdelijk verhuur. Particuliere verhuurders mogen hun woningen voor een periode van maximaal twee jaar verhuren waarna het recht op huurbescherming vervalt. Tevens werden in 2015 vijfjaarscontracten geïntroduceerd voor jongeren en statushouders. De groei van het aanbod sociale huur is grotendeels toe te schrijven aan nieuwbouw van dit soort tijdelijke woningen, juist ook in Amsterdam. Woonstichting De Key heeft zelfs de ambitie uitgesproken zich alleen nog te richten op ‘mini-woninkjes’ met een tijdelijk jongerencontract.
Uitholling van huurbescherming
Volgens de toenmalige Minister voor Wonen Stef Blok was de uitbreiding van tijdelijke verhuur bedoeld om de doorstroming op de huurmarkt te bevorderen. In de praktijk heeft dit geleid tot stijgende huurprijzen en woononzekerheid. De gemiddelde huurverhoging na een bewonerswissel bedroeg vorig jaar 9,5 procent.
Het tijdelijk contract fungeert als katalysator voor winstbeluste vastgoedbedrijven om meer te investeren in tijdelijke huurwoningen. Het tijdelijke contract staat daarmee symbool voor de financialisering van de volkshuisvesting. De flexibilisering van de woningmarkt heeft geleid tot een uitholling van de huurbescherming. De machtsverhouding tussen verhuurder en huurder is scheef gegroeid. Tijdelijke huurders zijn verworden tot tweederangs huurders, iets wat nog eens extra pijnlijk is blootgelegd door de coronacrisis. Weliswaar werden huisuitzettingen tijdens de pandemie tijdelijk stopgezet, bruikleenovereenkomsten worden nog steeds beëindigd en tijdelijke bewoners komen alsnog op straat te staan.