Use the buttons to browse through the AA articles archive or to find out more about the newspaper and distribution.
17/3/2021 / Issue #035 / Text: Bart Stuart

“Vrije ruimte” in Amsterdam
Meer controle of meer vertrouwen?

Amsterdam kent een grote traditie van tegencultuur en vrije ruimte. Plekken en panden in de stad en daarbuiten zijn vanuit die traditie altijd een belangrijk onderdeel geweest van een tegenculturele scene en ontwikkeling. Deze ruimte staat nu onder druk.

Vrije ruimte bracht in Amsterdam een waardevolle stedelijke cultuur tot bloei. Provo, de Kabouters, het werkwoord kraken (van de binnenstad tot de groep “Krakers Fu Bemre” in Zuid-Oost), de gayscene, anarchistische underground, Villa Friekens, Schijnheilig, Mobiele Omroep Bijlmer, de Boterbloem, Bajesdorp, Vondelbunker, OT301, Vrankrijk, en ooit ook een plek als Paradiso. Vrije ruimte is vaak een zelfgeorganiseerde oefenplek voor talent. Een laagdrempelige werkruimte voor de buurt. Het is de zuurstof in de stedelijke subcultuur. Vanuit deze plekken wordt het establishment aangevallen, belachelijk gemaakt en wordt gewerkt aan alternatieven van wat ook Amsterdam is of kan zijn.

Neoliberale politiek
Deze ingenomen ruimte staat in de huidige liberale markt-economie enorm onder druk. Die druk is geen “autonoom proces” maar een gevolg van neoliberale politiek, vaak mede uitgevoerd door linkse partijen. De stad verwordt zo steeds meer tot een bedrijf. Kraken werd in 2010 landelijk verboden. De huidige burgemeester Femke Halsema prevaleert in recente kraakacties steevast het belang van de eigenaar van een pand boven het belang van krakers. Maatschappelijk vastgoed in handen van de gemeente werd verkocht op de markt omdat het geen “maatschappelijk doel” meer zou dienen. Dat was nog meer olie op het vuur. De sterk gestegen vastgoedprijzen zorgen ervoor dat alle alternatieve plekken worden blootgesteld aan deze krachten van bruut kapitaal. Alles wordt hierdoor weggedrukt. Het resultaat is monocultuur door zelfvernietiging van diversiteit.

Rafelranden
In de afgelopen tien jaar verdwenen er door omstreden politieke besluiten veel initiatieven. Keerpunt was de ontruiming in 2015 van de Tabakspanden en het Slangenpand in de Spuistraat. Het was het sluitstuk van de grote schoonmaak in de binnenstad. De sociale en culturele diversiteit in dat deel van het centrum veranderde voor goed.

Veel mensen uit de alternatieve scene kwamen in actie om verder te denken over de vraag: Hoe blijft de stad van ons? In 2016 werd het stedelijk actie platform Faircity opgericht, de Culturele Stelling van Amsterdam programmeerde een publieke avond over vrije ruimte, en Bajesdorp nam initiatief voor het vrijplaatsenakkoord. Dit akkoord moest de politiek wijzen op de urgentie en waarde van vrije ruimte. Het akkoord kon rekenen op veel begrip en enthousiastme, en met resultaat! In het coalitieakkoord van 2018 wordt de bescherming van rafelranden specifiek genoemd.

Inmiddels is het drie jaar verder en vraag ik me af waar die rafelranden zijn gebleven. En waar moeten die rafelranden eigenlijk tegen worden beschermd, tegen de markt of tegen het gemeentebeleid?

Expeditie Vrije Ruimte
Om Amsterdam sociaal, divers, bereikbaar en betaalbaar te houden moet er iets radicaals gebeuren. Gelukkig lijkt er hoop te gloren, want na die ene zin in 2018 over het beschermen van rafelranden, komt er een volgende stap. Het huidige stadsbestuur werkt sinds kort met een ambtelijke werkgroep aan een programma Expeditie Vrije Ruimte.

Op zoek naar wat hiermee wordt bedoeld stuit ik op een tekst over vrije ruimte in de Omgevingsvisie 2050. Dit is een recente ruimtelijke visie die de ontwikkeling van de stad in goede banen moet gaan leiden. Vrije ruimte wordt hier in één adem genoemd met broedplaatsen: “Amsterdam kent al vele jaren broedplaatsen. Ze zijn gericht op beginnende initiatieven die het in het spel van vrije krachten nog niet redden. Via de gemeente krijgen maatschappelijke, economische, culturele of kunstzinnige groeperingen onderdak om op te starten en uit te groeien tot een succesvolle formule.”

Een broedplaats is volgens de gemeente dus een ruimte waar start-ups voor een gereduceerd tarief marktspelers kunnen proberen te worden. De gemeenschap betaalt zo de ontwikkelfase van de toekomstige Ubers, Swapfiets en Booking.coms. Mooi gebaar toch?

Verder lezend: “Onder de naam Expeditie Vrije Ruimte introduceren we ook een breder programma voor broedplaatsen in de luwte van marktwerking en overheidsbeleid”. Ontzettend klote alleen dat alles op één hoop wordt geveegd! En dat het idee van de rafelrand is verdwenen. Vrije ruimtes verschillen wezenlijk de van bovenaf gereguleerde broedplaatsen. Vrije ruimte komt voort uit activisme, vanuit subcultuur en zelforganisatie. En vanuit het innemen van ruimte. De traditie was immers dat de ruimte werd bevochten. Een georganiseerde oppositie of tegencultuur dwingt ruimte af, of eist het op.

Het is goed als Amsterdam nu ruimte maakt voor initiatieven in de stad, maar laat het écht vrij! Geen programma met ambtenaren en regels. En al zeker niet als oefenruimte voor startups. Het gevaar is dat vrije ruimte door deze expeditie wordt gedepolitiseerd om zo louter een illustratie te worden van hoe open en mooi de stad als markt kan zijn. Terwijl deze markt juist de grote vernietiger is.

Subcultuur uitdagen, niet inkapselen
Vrijheid en onafhankelijkheid zijn onscheidbaar. Amsterdam is vaak eigenaar van de grond en kan zelf beslissen tegen welk tarief het die grond beschikbaar stelt. Het zou van durf getuigen om échte vrije onafhankelijke ruimte te laten ontstaan, door ruimte onvoorwaardelijk beschikbaar te stellen of te laten bezetten. Het is niet ingewikkeld om mensen en initiatieven te vinden die op basis van heldere voorwaarden belang hebben bij concrete vrije ruimte. Geef die groep dan vertrouwen en een volmacht. Bijvoorbeeld door een lijst te publiceren van meerdere stukken grond waar geen hek omheen staat. Het zou een goede ontwikkeling zijn als zo een gemeenschap ontstaat die die nieuwe plekken gaat verdelen en beheren. Niet als broedplaats in de luwte, maar als strijdplek voor een eigen cultuur.

Beleid is ook met losse handen durven fietsen.